Herstel de rechtsstaat

Terwijl de grootste onduidelijkheid heerst en de opschorting van grondrechten een administratieve formaliteit is geworden, moeten tal van mensen zich intussen in de politierechtbank verantwoorden.

Sinds 18 maart 2020 heerst de uitvoerende macht over ons dagelijkse leven. Zowat alle aspecten worden per ministerieel besluit geregeld. Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) noemde het nemen van dergelijke verregaande maatregelen zelfs een ‘administratieve formaliteit’ en de protesten ertegen ‘juridisch geneuzel’. En dat terwijl zowat alle professoren grondwettelijk recht al op 2 november zeiden: dit kan niet per ministerieel besluit.

Ik herinner even aan aankondigingen uit een nog niet zo ver verleden. De coronabarometer was bijna klaar, klonk het in het najaar van 2020. Die zou hét instrument voor een eenduidig beleid worden. Het initiatief is sindsdien als vermist opgegeven. Ook de pandemiewet is al zeker een maand afgewerkt, als we de beleidsmakers moeten geloven. Waar de tekst van die afgewerkte wet zich dan wel bevindt, is evenmin duidelijk.

Terwijl de grootste onduidelijkheid heerst en de opschorting van grondrechten een administratieve formaliteit is geworden, moeten tal van mensen zich intussen in de politierechtbank verantwoorden.

Er zijn natuurlijk gevallen waar men moreel gezien terecht op het matje wordt geroepen (zoals het organiseren van een lockdownfeestje), al is juridisch gezien een wet echt wel nodig. Er zijn echter ook dubieuzere gevallen waarbij men vervolgd wordt. Die mensen verantwoorden zich omdat ze bijvoorbeeld wel een mondmasker op hadden, maar het niet op de juiste manier droegen. Of omdat ze buiten op een bankje rustten. In het begin werd immers beweerd dat men bij het buitenkomen ‘constant in beweging moet zijn’. Dat een dergelijk perpetuum mobile nooit vereist was, komt bij niemand op.

Mensen dreigen veroordeeld te worden op grond van vage begrippen. De rechtszekerheid is ver zoek. Tijdens debatten wordt soms zelfs verwezen naar de Bijbel om een vervolging te rechtvaardigen.

Waarom wordt de ene vervolgd om (coronaproof) op een buitenbank te zitten terwijl de ander (coronaproof) op een binnenbank mag zitten mét een muziekband erbij?

Nieuwjaarsreceptie

Het is in die repressieve context dat mensen de gehekelde beelden van het ‘feestgedruis’ op de virtuele nieuwjaarsreceptie van Open VLD zien. De aanwezigen hielden zich naar eigen zeggen aan alle coronamaatregelen en ik geloof hen. De beelden zijn op zich niet abnormaal. Er zitten politici neer op een ‘bankje’, met op de achtergrond een muziekband. Die beelden zijn, omdat premier premier Alexander De Croo ‘coronaproof’ handelde, eigenlijk normaal.

Maar waarom geldt dat dan niet voor iedereen? Waarom wordt de ene vervolgd om (coronaproof) op een buitenbank te zitten, terwijl de ander (coronaproof) op een binnenbank mag zitten mét een muziekband erbij?

Is de ware reden voor de (soms overdreven) reacties op de beelden dan niet eerder het soms ontspoorde beleid? Het draagvlak voor de maatregelen neemt zienderogen af, omdat er geen legaliteit en soms geen redelijkheid in zit.

Quarantaine

Ook de quarantaines worden automatisch opgelegd. Mensen worden verplicht thuis te blijven op basis van een vaag begrip als ‘verhoogd risico’. Er is geen (uitgewerkte) beroepsprocedure en onvoldoende ondersteuning om de zwaksten te beschermen, zoals kinderopvang of een inkomensgarantie. Op 25 januari wees Oxfam in een rapport op de economische ongelijkheid die het gevolg is van de crisis.

Het probleem is niet zozeer dat de foto van de nieuwjaarsreceptie bestaat, maar wel dat de foto een welbepaalde perceptie wekt, van een politieke klasse die van haar eigen bevolking vervreemd is geraakt. Een bevolking die het moeilijk heeft, omdat het beleid nog steeds onduidelijk en bij wijlen willekeurig is.

Slechts af en toe - maar meer en meer - beslist een moedige rechter dat het doel de middelen niet heiligt en dat een wettelijk kader ontbreekt.

Eerste lockdown

Zelfs de onduidelijkheid van de eerste lockdown is nog niet verdwenen. Die heeft zich enkel verplaatst naar de rechtbanken. Magistraten zien wel de ernst van de crisis in, maar krijgen geen deugdelijk werkinstrument, ten nadele van de rechtsstaat. De Raad van State heeft de (vele) kansen laten liggen om de regering tot de orde te roepen, waardoor het gerecht het verlengde van de handhavingsoverheid dreigt te worden.

Slechts af en toe - maar meer en meer - beslist een moedige rechter dat het doel de middelen niet heiligt en dat een wettelijk kader ontbreekt. Voorbeelden daarvan zijn de politierechters van Charleroi op 21 september 2020 en van Brussel op 12 januari 2021, of zelfs het Brusselse hof van beroep op 28 oktober 2020. Die laatste beslissing kreeg vreemd genoeg zo goed als geen media-aandacht.

Kan men echt verwonderd zijn dat mensen politici hekelen wegens zo’n foto? Het is maar gehekel, en politici hebben een dik vel. Voor een dergelijke foto (en nog veel minder) wordt een gewone burger misschien wel niet gehekeld, maar beboet, vervolgd en strafrechtelijk veroordeeld.

Jan De Groote

Advocaat aan de balie van Brussel en lid van de denktank Eleni

Verschenen in De Tijd op 27/01/2021